Wollige bloedluis op appel, peer en kweepeer.

omschrijving

Wollige bloedluizen zijn zeer duidelijk te herkennen aan hun typische witte waslaag wat weg heeft van een propje pluizige, witte wol. Bij het pletten van de luizen komt er een roodbruine smurrie vrij, waarnaar de naam verwijst. Deze luizen leven van plantensap dat niet uit bladeren maar uit scheuten, takken of stam wordt gezogen, bij hoofdzakelijk appelbomen maar ook peer en kweepeer.

Een eerste aantasting gebeurd steeds op de zwakste plaatsen van een plant zoals wonden, entplaatsen, stambarstjes of jonge scheuten. Hierbij wordt de plant aangeprikt waarna de luis speeksel injecteert. Dit giftige speeksel lokt een groeiafwijking uit waardoor een zwelling ontstaat. De zwellingen scheuren met de tijd open wat deze plaats aanzienlijk vatbaarder maakt voor vruchtboomkanker en tevens een nieuwe (zwakke) plaats creëert waar de Wollige bloedluis zich kan vestigen.

Eens aanwezig kan de Wollige bloedluis snel grote kolonies vormen met migraties over gans de boom tot de wortels toe! Vooral bij jonge bomen kan dit tot grote schade leiden.

Voortplantingsschema

Bij de Wollige bloedluis kan men niet echt van een stevig sexleven spreken. Hun voorplanting gebeurd, in onze contreien, levend barend en dus volledig ongeslachtelijk. De volwassen luizen zonder vleugels zorgen vanaf februari/maart, levendbarend voor nakomelingen. Deze jonge luizen verspreiden zich over de boom of laten zich mee voeren met de wind naar andere waardplanten, op zoek naar wonden of jonge scheuten om aldaar een nieuwe kolonie te stichten. Eens een kolonie overbevolkt, worden gevleugelde luizen geboren die uitvliegen om zich verder te verspreiden. Op één zomer kunnen gemakkelijk 8 tot 12 nieuwe generaties ontstaan waardoor deze plaag zeer snel kan toenemen. Half november zoeken zowel luizen als naakte larven (zijn grijs tot roodbruin van kleur, zonder witte pluis) een beschutte plaats op de boom om te overwinteren. De wollige bloedluis overwintert zowel bovengronds in stamscheuren, kleine spleetjes aan snoeiwonden en oude kankergezwellen als ondergronds nabij de wortelhals. Winterse temperaturen tot ver onder het vriespunt kunnen hun absoluut niet deren. Na de winter migreren de luizen terug naar de bovengrondse delen om nieuwe kolonies te stichten.

Schadebeeld

  • Grote kolonies op wonden en jonge scheuten, herkenbaar aan de witte wollige pluis.
  • Gele bladeren door groeiremming
  • Verzwakte groei
  • Kleine vruchten
  • gezwellen aan snoeiwonden, jonge twijgen, stam en wortels
  • korte vezelachtige wortels met gezwellen

Wat te doen

  • Jonge bomen, bomen die net geplant zijn en verzwakte bomen zijn vaak een gemakkelijk slachtoffer van de Wollige Bloedluis. Een regelmatige, visuele controle kan de eerste kleine aantastingen aan het licht brengen en veel leed vermijden.
  • Tracht de eerste jaren bij een nieuwe aanplant onkruid of ander gewas kort bij de stam te vermijden alsook wortelopslag. Zo blijft de wortelhals, stam en entplaats goed zichtbaar voor controle en kunnen de luizen zich niet verschuilen in het gewas.
  • Het stimuleren van een goede groeikracht bij jonge bomen geeft de boom een betere weerstand tegen deze luizen en eventuele gevolgen zoals roetdauw en vruchtboomkanker
  • Creëer in eerste plaats een tuin waar ook de natuurlijke vijanden zich thuis voelen. Door voldoende voedsel en nestgelegenheid (om te overwinteren) te voorzien trek je allerlei nuttige insecten aan en hou je hen in je tuin, dicht bij een mogelijke luizenplaag.

Natuurlijke vijanden

De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn Sluipwespen, galmuggen , Gaasvliegen, Lieveheersbeestjes, Oorwormen en Zweefvliegen.

Je kan de populatie natuurlijke vijanden een handje helpen door:

  • Stuifmeel houdende bloemen te voorzien voor de volwassen insecten van eten
  • Nestgelegenheid creëren door het aanleggen van een strooisellaag met dorre bladeren en takken.
  • Hang aangepaste huisjes of insectenhotelletjes uit voor het Lieveheersbeestje, gaasvliegen en oorwormen.
  • Het aanplanten van gemengde hagen geeft nestgelegenheid, beschutting en bessen voor de vogeltjes
  • Hang voldoende vogelkastjes voor de meesjes en andere vogels
  • Om de populatie nuttigen extra op te krikken kan je tegenwoordig larven van Lieveheersbeestjes en gaasvliegen aankopen en uitzetten.

Bestrijden

Na het vaststellen van de aanwezigheid van de Wollige Bloedluis wordt steeds de voorkeur gegeven een biologisch en ecologisch verantwoorde manier van bestrijden. Ga stap voor stap te werk en begin steeds met het minst schadelijke waarbij volgende acties tot de mogelijkheden behoren

  • Investeer in eerste plaats in de natuurlijke vijanden. Zie bovenstaande tips
  • Om de populatie nuttigen extra op te krikken kan je tegenwoordig larven van Lieveheersbeestjes, gaasvliegen en roofkevers aankopen en uitzetten.
  • Kleine lokale aantastingen kan je met een stevige verfborstel weg borstelen waardoor de insecten geplet worden.
  • Een mengeling van water en een plantaardige olie kan gebruikt worden om de luizen te bespuiten. Hierdoor wordt een film gelegd over het luizenlichaam waardoor de luis niet meer kan ademhalen en vervolgens sterft. De waslaag die de volwassenluizen bedekt maakt de bestrijding moeilijk, dus controleer of een extra behandeling nodig is. Let op dit water/olie mengsel is NIET SELECTIEF, en spaart de nuttige insecten niet!!. Daarom is het vroege voorjaar, februari-maart,  wanneer de eerste ongevleugelde stammoerders verschijnen maar de nuttige insecten nog niet actief zijn, het beste tijdstip van behandelen. Hoe meer richting de zomer toe hoe groter de kans dat ook de natuurlijke vijanden worden gedood. Vanaf november kan er ook een winterbehandeling worden toegepast. De meeste natuurlijke vijanden hebben zich dan terug getrokken op een overwinterplaats (in de omgeving van de boom) en door de bladval zijn mogelijke aantastingen goed waar te nemen en gemakkelijk te behandelen.
  • Tip!: Maak je je eigen mengsel weet dan dat water en olie laten zich niet goed mengen. Gebruik een scheutje melk als emulgator om een homogeen mengsel te bekomen. verhouding 1 liter water + 50 ml olie (bv zonnebloem olie) eventueel 1 eetlepel biologische bruine zeep toevoegen. In de handel zijn geschikte oliën te verkrijgen die wel mengen met water, lees steeds de gebruiksaanwijzing.